Je kent ze waarschijnlijk wel: webteksten met super lange zinnen. Tientallen zinnen achter elkaar van 20, 30 of soms wel 40 (!) woorden. Verschrikkelijk. Krijg ik zo’n tekst voor mijn neus? Dan haak ik bij de tweede zin al af. En dan denk ik dat ik nog coulant ben. Veel mensen weten na de eerste zin al niet meer waar ze het moeten zoeken. Ze haken meteen af en klikken de pagina weg.
Het is dus erg belangrijk om op je website teksten te hebben die makkelijk leesbaar zijn. Die leesbaarheid zit voor een groot deel in de afwisseling tussen korte en lange zinnen. Waarom? Dat lees je in deze blog.
Waarom variëren in zinslengte?
Teksten met alleen maar lange zinnen zijn moeilijk en onaantrekkelijk. Maar een tekst met alleen maar korte zinnen is ook niet fijn om te lezen. Schrijf je alleen maar korte zinnen? Dan gaat de tekst snel vervelen.
Het combineren van korte zinnen en lange zinnen maakt een tekst het meest aantrekkelijk. Dit komt door de frisse afwisseling die erin zit. Die afwisseling maakt je tekst een tikkeltje spannender. En dat zorgt er vervolgens weer voor dat mensen je tekst aandachtiger lezen. Bij webteksten is dit nóg een stukje belangrijker dan bij tekst op papier, omdat er op een beeldscherm meer afleiding is.
Waar zit de moeilijkheid bij het variëren in zinslengte?
De moeilijkheid zit vaak niet in in het schrijven van de lange zinnen. Dat kunnen veel mensen erg goed. Vaak zonder dat ze het weten. De uitdaging zit vooral in het maken van de korte zinnen. Dat vinden de meeste mensen die een tekst moeten schrijven lastig. Mensen die korte zinnen moeten schrijven, vragen zich vaak af : ‘’Mag ik daar wel een punt zetten? Is mijn tekst dan nog wel geschikt voor mijn volwassen doelgroep? Schrijf ik dan te kinderachtig?‘’ Het antwoord is ja, ja, nee.
Besefmomentje: Het is goed om te beseffen dat liefst 60% van de Nederlanders taalniveau heeft dat tot B1 gaat. Dit betekent dat zij teksten kunnen begrijpen die bestaan uit alledaagse woorden en korte tot middellange zinnen. Het is dus zeker niet kinderachtig om korte zinnen te gebruiken. Sterker nog: het is noodzakelijk om ook korte zinnen te gebruiken als je wilt dat alle lezers het kunnen begrijpen.
Hoe schrijf je korte zinnen?
Het aller allerbelangrijkst: durf punten te zetten
Dit is de belangrijkste tip die ik in dit artikel aan je geef: durf punten te zetten! Veel mensen zijn bang om punten te zetten tijdens het schrijven. Ze gebruiken liever komma’s. Of erger: ze gebruiken helemaal niets en schrijven gewoon door. Durf je punten te zetten? Dan ga je merken dat je tekst ineens een stuk beter leesbaar wordt.
Voorbeeldzin zonder punten:
Toen ik gisteren een blog aan het schrijven was over korte en lange zinnen, kwam ik er op een bepaald moment achter dat mijn zinnen eigenlijk veel te lang waren, waardoor het lezers afschrikt.
Voorbeeldzin mét punten:
Gisteren schreef ik een blog over korte en lange zinnen. Op een bepaald moment kwam ik erachter dat mijn zinnen veel te lang waren. Dat schrikt lezers af.
Wanneer zet je punten in een zin?
In de basis zijn er twee hele belangrijke richtlijnen die je helpen om korte zinnen te schrijven:
- Beperk je tot 1 boodschap per zin. Zet een punt na de boodschap en begin met een nieuwe zin.
- Voel je dat er ergens een adempauze zit in een zin met maar één boodschap? Zet daar dan ook een punt.
Pas de 4/20-regel toe
De ideale manier om korte zinnen en lange zinnen af te wisselen, is door de 4/20-regel toe te passen. Gebruik per zin minimaal 4 en maximaal 20 woorden, en wissel af in lengte. De ene zin 6 woorden? Maak dan daarna een zin van 10+ woorden. Neem het niet té nauw, maar probeer er eens mee te spelen. Je gaat merken dat je tekst veel lekkerder loopt.
Is je zin een keer een stukje langer dan 20 woorden? Dan is dat geen probleem. Maar zorg ervoor dat je nooit over de 25 woorden per zin gaat. Dat zie ik helaas nog te vaak gebeuren. Een zin van 25+ woorden is namelijk een killer voor de leesbaarheid van je tekst.